zaterdag 27 december 2014

Het Venloos carilllon - deel 2: In Venlo zingt de tijd

Het geluid van dit carillon is imposanter dan de klokken van de Big Ben’

Eigenlijk is de Venlonaar gewoon ontzettend trots op het geluid dat uit de nok van de Sint Martinustoren klinkt. Het is herkenbaar, vertrouwd en stemt vaak tot vrolijkheid. Zeker in deze tijd van het jaar als het carillon beroemde kerstmelodieën laat horen, zal dit veel mensen een behaaglijk gevoel geven. En niet alleen de bewoners van de stad; ook gasten die een dagje Venlo doen, laten met regelmatig hun waardering horen voor het fraaie klokkenspel.

In dit tweede deel over het Venloos carillon belichten wij de moderne historie. Daarin staat de huidige stadsbeiaardier Marcel Siebers centraal. Hij vertelt over het vak, zijn loopbaan, de reacties en vanzelfsprekend ook over de toekomst van het carillon. “Er zijn winkeliers die op de momenten dat ik het instrument bespeel de deur van de zaak openzetten omdat ze het geluid van het klokkenspel gezellig vinden klinken. Dat zijn complimenten die het belang van het carillon aantonen.”

 Nederlandse Beiaardschool
Dat Siebers voor het vak van beiaardier zou kiezen, was niet vanzelfsprekend. Ja, hij was geïntegreerd door de piano. Een instrument waarvoor de huidige stadsbeiaardier dan ook een studie volgde en later onder andere als pianodocent aan de slag ging. Maar een brief van de gemeente Cuijk, tevens zijn woonplaats, veranderde alles. De beiaardier was gestopt en middels die brief lieten Burgemeester en Wethouders weten dat Siebers officieel tot nieuwe beiaardier was benoemd. Hij kan er nu nog om lachen: “Zonder enig overleg. Boem, ga het maar doen. Terwijl ik nog nooit een carillon bespeeld had, maar ik zag er wel de uitdaging van in en ben de 5-jarige opleiding aan de Nederlandse Beiaardschool bij het Conservatorium gaan volgen.” Internationaal staat het deze school hoog aangeschreven en vele buitenlandse studenten komen speciaal voor deze studie naar Nederland. De opleiding mocht Siebers overigens zelf bekostigen. “Klopt, daarvoor was geen reservepotje bij de gemeente, maar ik vond dat ik dat moest doen. Mijn afsluitend examen vond plaats in de Dom van Utrecht. Ja, dat is voor elke beiaardier het Walhalla.

Klein wereldje
Omdat de Venlose stadsbeiaardier Carlo van Ulft in 1997 besloot om naar de Verenigde Staten te vertrekken, zocht de stad een nieuwe bespeler van het stokkenklavier in de Sint Martinuskerk. “Het is een klein wereldje, “zo weet Siebers. “Dus was het vrij logisch dat de mensen van de stichting bij mij aanklopten. In eerste instantie werd ik voor een jaar aangesteld. Carlo van Ulft zocht een nieuwe uitdaging in de VS, maar het was niet zeker of hij zijn droom kon waarmaken. Toen hij daarin slaagde, ben ik definitief aangenomen.” In die periode dat Siebers deze functie uitoefent, is het aantal evenementen en concerten toegenomen. Zo was het carillon onderdeel van de opening van het Zomerparkfeest in 2004, vond in de stad zowel een beiaardconcours plaats als speciale Rosarium- plus zomerconcerten. Bij het 50-jarig jubileum in 2009 werd nog een groot carillonfeest met beiaardiers afkomstig vanuit de hele wereld georganiseerd. Behalve traditionele liederen, bespeelt Siebers in tegenstelling tot zijn voorgangers ook moderne stukken van bijvoorbeeld Michael Jackson of The Beatles. En bij het afscheid van de dialectband Zoe Maar in 2012 was de bijdrage van het carillon historisch toen de stadsbeiaardier een aantal nummers van deze formatie over de stad liet klinken. “Eigenlijk speel ik alles, behalve House.”

Uitbreiding
Overigens kreeg Siebers al vrij snel na zijn aanstelling – net zoals bij de aanschaf in 1959 plus renovatie in 1980 - te maken met een inzamelingsactie om het carillon te renoveren en zelfs uit te breiden. Ook deze actie (in 1999) slaagde. Het aantal klokken nam toe van 48 naar 53; het aantal voetpedalen bedraagt sindsdien negentien. Daarmee behoort het tot de grootste carillons van Europa. Bovendien zorgde dit tevens voor een uitbreiding naar de werkelijke klank: een carillon op basis van de zwaarste luidklok (C1). Deze weegt 2381 kilogram. Ook de nieuwe klokken zijn gemaakt door Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel. “Omdat ze allemaal door dezelfde gieterij zijn gemaakt, klinkt er ook een homogeen en ronder geluid. De Do klinkt ook echt als een Do. Het zorgt voor een zwevingvrije klank.”

Topsport
Op tijden dat de stadsbeiaardier speelt, klinkt het carillon echter nog fraaier dan wanneer de dagelijkse techniek haar werk doet: zwieriger, voller en met nog meer melodie. Elke nuance is hoorbaar. Wie hem bezig ziet, zal denken dat het bespelen van het stokkenklavier een zware taak is en lijkt het alsof hij met zijn vuisten de toetsen bedient om het één etage lager gelegen klokkenspel in beweging te krijgen. “Het is zeker een heftige bezigheid en anders dan het bespelen van een piano. Mijn voorganger in Cuijk bediende het instrument met handschoenen. Dat doe ik niet. Eerst raak ik de toets aan, daarna volgt pas het doordrukken.” Toch beoefent Siebers elke zaterdag topsport. Om boven in de toren van de Sint Martinuskerk te geraken, moet hij wekelijks maar liefst 407 treden bewandelen. “Dat doe ik in een speciaal tempo. Per seconde één trede. Anders ben ik afgepeigerd voordat ik met het bespelen van het carillon  ben begonnen.”

Publiek
Als hij door weer en wind op 45 meter hoogte in een speciale cabine in de toren het instrument bespeeld, doet de stadsbeiaardier dat in principe voor een groot publiek. Vele honderden, zo niet duizenden personen genieten bewust of onbewust van zijn spel. Is het niet lastig om geen contact met het publiek te hebben? “Ik sta daar niet zo bij stil. Het is een feit dat vooraf bekend is. Soms als ik weer beneden ben, hoor ik een voorbijganger mijn laatst gespeelde deuntje fluiten. Ook krijg ik wel eens bijzonder verzoeknummers of komen reacties binnen via internet. Zeker van buitenlandse gasten die Venlo bezoeken. Zij zijn vaak aangenaam verrast door het carillonspel, gaan later op zoek naar meer informatie en laten dan weten dat ze er bijzonder van genoten hebben. Sommigen zeggen: In Venlo zingt de tijd.” Is de Venlonaar zichzelf bewust van de schoonheid van dit instrument? “Dat denk ik wel. Al is het misschien niet altijd heel bewust. Het carillon hoort bij het geluid van de binnenstad.” Een vergelijk met de Big Ben vindt Siebers echter mank gaan. “Haha, daarmee overtrek je de klanken van die klok in Londen enorm. Dat is een herkenbaar, doch bijzonder eenvoudig geluid. Het carillonspel van de Sint Martinuskerk is veel imposanter.”


Siebers vervult zijn passie na 17 jaar nog steeds met veel plezier. In die periode zag hij vanuit de toren de stad veranderen. “Ik zie Venlo inderdaad heel anders dan de mensen onder op straat. Wie hier van 45 meter hoogte naar beneden kijkt, ziet verbanden die anders niet zichtbaar zijn. De stad oogt van hierboven heel anders.” Als het aan de stadsbeiaardier ligt, zou een eventuele volgende uitbreiding van het klokkenspel ervoor moeten zorgen dat het Venlose carillon het grootste van Nederland wordt. Gaat dat lukken? “We moeten eerst de lokale politiek overtuigen van het belang van dit instrument. Die discussie over de subsidie speelt nu al sinds 2011 en geloof mij maar als ik zeg dat het nog wel een aantal jaren langer duurt. Ik verwacht overigens niet dat wij over een jaar plots gekort worden. Als ik door het verlagen van de subsidie minder vaak het carillon kan bespelen, verslechtert de staat van de klokken en kost het instrument op termijn alleen nog maar meer geld. Dat wil toch niemand. Telkens als ik nu speel, is dat eigenlijk een onderhoudsbeurt. Het carillonspel zorgt voor sfeer en rust in het leven van de Venlonaren, maar ook bij de mensen die deze stad bezoeken; dat mag nooit verloren gaan.”

Foto's: Leon Vrijdag
Tekst: Rob Buchholz

vrijdag 26 december 2014

Het Venloos carillon - Deel 1: Venloos Carillon als symbool van burgerlijke vernieuwing

Afgelopen jaar vierde het Venlose Carillon zijn 55e verjaardag. Het imposante klokkenspel werd in 1959 door de Venlose burgerij aan de Sint Martinuskerk geschonken. Het volk was van mening dat de nieuwe kerktoren – die dateert uit 1953 – moest kunnen zingen. Zingen op een manier zoals dat ook in veel andere Nederlandse steden gebeurde. De mensen waren na de ellende van de Tweede Wereldoorlog toe aan vernieuwing; noem het burgerlijke vernieuwing die in de jaren vijftig tot veel meer positieve impulsen leidde.

Het verhaal van de nieuwe toren mag bekend zijn. Door de vele bombardementen die in oktober en november 1944 de Venlose binnenstad troffen, veranderde ook de fraaie toren van de Sint Martinuskerk in een flinke dosis puin. Na de renovatie was het dus tijd voor muziek in de toren, aldus de Venlose bevolking. Een inzamelingsactie leverde voldoende pecunia op om een compleet vier-octavig carillon –bestaande uit 48 klokken die zijn gegoten door Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen uit Aarle-Rixtel  -  te realiseren. Het instrument is overigens niet in handen van de kerk zelf, maar van de Stichting Venloos Carillon. Juist nu telkens nieuwe bezuinigingen als het zwaard van Damocles boven het hoofd van dit bijzondere stukje Venlose historie hangen, is het tijd om eens goed te kijken wat het belang is van dit instrument. Wat is de meerwaarde? Waarom moet het carillon juist wekelijks blijven spelen en welke gevoelens roept het bij veel Venlonaren op? Voldoende redenen voor Venloos Verleden Verteld en Verbeeld om dit item in twee delen onder de aandacht te brengen. Vandaag belichten wij de historie zelf. Morgen vertelt stadsbeiaardier Marcel Siebers over zijn werk en de ontwikkeling in de afgelopen jaren.

Ambacht
Een carillon is een typisch ambachtelijk Nederlands kunstwerk. In de 16e en 17e eeuw zorgden stadsmuzikanten in eigen omgeving voor vertier. Daarbij hoorde ook de rol van de stadsbeiaardier. Na de Franse revolutie trok het volk echter de concertzalen in om nieuwe werken van grote componisten te beluisteren. Het gevolg: de ambachtelijke stadsmuzikant en zijn klanken verdwenen uit het straatbeeld. De redding kwam uit België waar de beiaardschool van Mechelen tot bloei kwam en de plaatselijke beiaardier Staf Nees in de eerste helft van de 20e eeuw zelfs een internationale beroemdheid werd. Inmiddels zijn in Nederland tientallen carillons te vinden en behoort het instrument in Venlo met 53 klokken tot de grootste van Europa. En dat allemaal dankzij dat geschenk uit 1959.

Eerste beiaardier
Het was de directeur van de Venlose muziekschool, Anton van Deursen, die het nieuwe instrument in eerste instantie bespeelde. De geboren Rotterdammer had niet de intentie om als beiaardier te functioneren. Bovendien was de Stichting Venloos Carillon van mening dat het stokkenklavier door een echte Venlonaar bespeelt diende te worden. De keuze viel op Jacques Boermans die speciaal om deze reden startte met de opleiding aan de beiaardschool in Amersfoort. Een allesbehalve eenvoudige taak want Boermans reisde drie jaar lang één dag in de week naar deze vakschool en oefende vaak op andere dagen in de week op het Venlose Carillon. Een actie waar overigens niet iedereen van gediend was. De broeders van de naastgelegen Sint Martinusschool uitte dan ook hun klachten over deze privérepetities. “Ik moest wennen aan het spel, maar ben in de loop der jaren echt van het geluid gaan houden,” aldus Boermans tegen een journalist van het Dagblad voor Noord-Limburg toen hij in 1964 slaagde bij de Beiaardschool. Vanaf die periode tot aan zijn te vroege dood in 1978 bespeelde hij wekelijks het carillon. Deze eerste stadsbeiaardier koos er  bewust voor om op zaterdag de klanken van dit klokkenspel over de stad te laten neerdalen. Zijn werk diende als sfeerverhogende factor voor de wekelijkse markt op het Nolensplein. Tevens ontstonden in deze periode de eerste zomeravondconcerten. Een idee dat ook in de 21e eeuw nog vaak navolging vindt.



Schandaal van Venlo
Boermans’ officiële opvolger was Carlo van Ulft die van 1982 tot 1997 het carillon bespeelde. In de periode tussen deze twee stadsbeiaardiers luidde de stichting in 1980 ook al de noodklok. De reden? Het speelmechanisme – en dus ook het klokkenspel zelf – was door diverse omstandigheden onbespeelbaar geworden. Tijdens de eerste jaren zag de Venlose brandweer het als haar plicht om voor verf- en andere herstelwerkzaamheden te zorgen. Maar toch waren invloeden als het weer, het vele gebruik en duivenpoep debet aan de minder florissante staat waarin het carillon zich bevond. De toenmalige burgemeester Feij sprak zelfs van het schandaal van Venlo. De stad was jaloers op de situatie in Roermond waar mede door de viering van het 750-jarig bestaansfeest van deze gemeente een sponsoractie een groot succes werd. In Venlo startte de actie ‘een ton voor het carillon’, maar in tegenstelling tot de bisdomstad – waar met gemak 150.000 gulden werd binnengeharkt - liep dit initiatief in eerste instantie niet bepaald vlekkeloos. Het succes in Roermond bood wel voldoende inspiratie om door te gaan. Behalve het benodigde ton voor het carillon was tevens FL 40.000 nodig voor een aluminium cabine waarin de beiaardier veilig en warm het klokkenspel kan bedienen. Uiteindelijk slaagde de actie en had Van Ulft als tweede stadsbeiaardier de eer om hemelse geluiden over de Venlose binnenstad te laten neerdalen.


Inmiddels kan Venlo niet meer zonder haar carillon. Ook eind jaren 90 werd een actie op touw gezet om het instrument te renoveren. Het instrument is niet alleen vast onderdeel van het dagelijkse beeld en geluid van de stad, tevens staat het Venlose carillon sinds 25 augustus van dit jaar ook op de lijst van het immaterieel erfgoed van UNESCO. Dit betekent voor gemeentes dat ze een inspanningsplicht hebben om deze typische eeuwenoude Nederlandse traditie in stand te houden. Morgen in deel 2 komt de huidige stadsbeiaardier Marcel Siebers aan het woord en kijken wij tevens naar de ontwikkelingen in de afgelopen vijftien jaar. Een periode waarin opnieuw de noodklok moest worden geluid.

Bronnen: Stadsarchief Venlo
                Archief Stichting Venloos Carillon


Fotografie: Leon Vrijdag
Tekst: Rob Buchholz