Afgelopen jaar vierde het Venlose
Carillon zijn 55e verjaardag. Het imposante klokkenspel werd in 1959 door de
Venlose burgerij aan de Sint Martinuskerk geschonken. Het volk was van mening
dat de nieuwe kerktoren – die dateert uit 1953 – moest kunnen zingen. Zingen op
een manier zoals dat ook in veel andere Nederlandse steden gebeurde. De mensen
waren na de ellende van de Tweede Wereldoorlog toe aan vernieuwing; noem het
burgerlijke vernieuwing die in de jaren vijftig tot veel meer positieve
impulsen leidde.
Het verhaal van
de nieuwe toren mag bekend zijn. Door de vele bombardementen die in oktober en
november 1944 de Venlose binnenstad troffen, veranderde ook de fraaie toren van
de Sint Martinuskerk in een flinke dosis puin. Na de renovatie was het dus tijd
voor muziek in de toren, aldus de Venlose bevolking. Een inzamelingsactie
leverde voldoende pecunia op om een compleet vier-octavig carillon –bestaande
uit 48 klokken die zijn gegoten door Koninklijke Klokkengieterij Petit &
Fritsen uit Aarle-Rixtel - te realiseren. Het instrument is overigens
niet in handen van de kerk zelf, maar van de Stichting Venloos Carillon. Juist
nu telkens nieuwe bezuinigingen als het zwaard van Damocles boven het hoofd van
dit bijzondere stukje Venlose historie hangen, is het tijd om eens goed te
kijken wat het belang is van dit instrument. Wat is de meerwaarde? Waarom moet
het carillon juist wekelijks blijven spelen en welke gevoelens roept het bij
veel Venlonaren op? Voldoende redenen voor Venloos Verleden Verteld en Verbeeld
om dit item in twee delen onder de aandacht te brengen. Vandaag belichten wij
de historie zelf. Morgen vertelt stadsbeiaardier Marcel Siebers over zijn werk
en de ontwikkeling in de afgelopen jaren.
Ambacht
Een carillon is
een typisch ambachtelijk Nederlands kunstwerk. In de 16e en 17e
eeuw zorgden stadsmuzikanten in eigen omgeving voor vertier. Daarbij hoorde ook
de rol van de stadsbeiaardier. Na de Franse revolutie trok het volk echter de
concertzalen in om nieuwe werken van grote componisten te beluisteren. Het
gevolg: de ambachtelijke stadsmuzikant en zijn klanken verdwenen uit het
straatbeeld. De redding kwam uit België waar de beiaardschool van Mechelen tot
bloei kwam en de plaatselijke beiaardier Staf Nees in de eerste helft van de 20e
eeuw zelfs een internationale beroemdheid werd. Inmiddels zijn in Nederland
tientallen carillons te vinden en behoort het instrument in Venlo met 53
klokken tot de grootste van Europa. En dat allemaal dankzij dat geschenk uit
1959.
Eerste beiaardier
Het was de
directeur van de Venlose muziekschool, Anton van Deursen, die het nieuwe
instrument in eerste instantie bespeelde. De geboren Rotterdammer had niet de
intentie om als beiaardier te functioneren. Bovendien was de Stichting Venloos
Carillon van mening dat het stokkenklavier door een echte Venlonaar bespeelt
diende te worden. De keuze viel op Jacques Boermans die speciaal om deze reden
startte met de opleiding aan de beiaardschool in Amersfoort. Een allesbehalve eenvoudige
taak want Boermans reisde drie jaar lang één dag in de week naar deze vakschool
en oefende vaak op andere dagen in de week op het Venlose Carillon. Een actie
waar overigens niet iedereen van gediend was. De broeders van de naastgelegen
Sint Martinusschool uitte dan ook hun klachten over deze privérepetities. “Ik
moest wennen aan het spel, maar ben in de loop der jaren echt van het geluid
gaan houden,” aldus Boermans tegen een journalist van het Dagblad voor
Noord-Limburg toen hij in 1964 slaagde bij de Beiaardschool. Vanaf die periode
tot aan zijn te vroege dood in 1978 bespeelde hij wekelijks het carillon. Deze
eerste stadsbeiaardier koos er bewust voor om op zaterdag de klanken van dit klokkenspel
over de stad te laten neerdalen. Zijn werk diende als sfeerverhogende factor
voor de wekelijkse markt op het Nolensplein. Tevens ontstonden in deze periode
de eerste zomeravondconcerten. Een idee dat ook in de 21e eeuw nog
vaak navolging vindt.
Schandaal van Venlo
Boermans’ officiële
opvolger was Carlo van Ulft die van 1982 tot 1997 het carillon bespeelde. In de
periode tussen deze twee stadsbeiaardiers luidde de stichting in 1980 ook al de
noodklok. De reden? Het speelmechanisme – en dus ook het klokkenspel zelf – was
door diverse omstandigheden onbespeelbaar geworden. Tijdens de eerste jaren zag
de Venlose brandweer het als haar plicht om voor verf- en andere
herstelwerkzaamheden te zorgen. Maar toch waren invloeden als het weer, het
vele gebruik en duivenpoep debet aan de minder florissante staat waarin het
carillon zich bevond. De toenmalige burgemeester Feij sprak zelfs van het
schandaal van Venlo. De stad was jaloers op de situatie in Roermond waar mede
door de viering van het 750-jarig bestaansfeest van deze gemeente een
sponsoractie een groot succes werd. In Venlo startte de actie ‘een ton voor het
carillon’, maar in tegenstelling tot de bisdomstad – waar met gemak 150.000
gulden werd binnengeharkt - liep dit initiatief in eerste instantie niet bepaald vlekkeloos. Het
succes in Roermond bood wel voldoende inspiratie om door te gaan. Behalve het
benodigde ton voor het carillon was tevens FL 40.000 nodig voor een aluminium
cabine waarin de beiaardier veilig en warm het klokkenspel kan bedienen.
Uiteindelijk slaagde de actie en had Van Ulft als tweede stadsbeiaardier de eer om hemelse geluiden over de Venlose binnenstad te laten neerdalen.
Inmiddels kan
Venlo niet meer zonder haar carillon. Ook eind jaren 90 werd een actie op touw
gezet om het instrument te renoveren. Het instrument is niet alleen vast onderdeel van het
dagelijkse beeld en geluid van de stad, tevens staat het Venlose carillon sinds
25 augustus van dit jaar ook op de lijst van het immaterieel erfgoed van UNESCO.
Dit betekent voor gemeentes dat ze een inspanningsplicht hebben om deze
typische eeuwenoude Nederlandse traditie in stand te houden. Morgen in deel 2
komt de huidige stadsbeiaardier Marcel Siebers aan het woord en kijken wij tevens
naar de ontwikkelingen in de afgelopen vijftien jaar. Een periode waarin opnieuw de noodklok moest worden geluid.
Bronnen: Stadsarchief Venlo
Archief Stichting Venloos Carillon
Bronnen: Stadsarchief Venlo
Archief Stichting Venloos Carillon
Fotografie: Leon Vrijdag
Tekst: Rob Buchholz
Geen opmerkingen:
Een reactie posten