Na de uitleg over zowel het getal elf als over de
datum elf november richt Venloos Verleden zich vandaag op de eigen stad en dan natuurlijk
vooral op Venloos Vastelaoves Gezelschap Jocus; de vereniging die op 6 oktober
1842 werd opgericht. Want behalve het vieren van het feest zelf, moet er ook
ooit een moment sprake zijn geweest dat de stad besloot om activiteiten op de 11e van 11e te
organiseren. Over deze groei in de 19e en vroeg 20e eeuw
vertellen en verbeelden wij in dit tweede deel.
Het verhaal over
de oprichting van Jocus mag bekend zijn. Een aantal notabelen uit de stad was
niet gelukkig met de sombere stemming die na de bezetting van 1836 tot 1839
door het Belgische Koninkrijk in Venlo heerste. Er was behoefte aan ontspanning
en vertier. Bovendien zou 1843 een feestjaar zijn vanwege het 500-jarig
stadsrecht. Het gezelschap kwam bij elkaar, richte de vereniging op en koos op die 6e oktober 1842 voor de naam
Sociëteit Jocus Venlo.
19e eeuw
Al snel na de
oprichting kwamen de activiteiten in 1845 van Jocus op een laag pitje te staan.
Pas in 1876 leefde het gezelschap weer op. Elf jaar na deze heroprichting, in
1887, bracht Jocus in samenwerking met De Wannevleegers een speciaal boekje uit
met de titel ‘De Officiële Gids der Carnavalsfeesten te Venloo.’ In deze
uitgave wordt voor de eerste keer melding gemaakt van een bijeenkomst op 11
november. Letterlijk is hier te lezen: ‘Met
Nieuwjaar begint de Vastenavond. Reeds den 11den der 11de Maand, 11
x 11 minuten voor 11 uur ’s avonds heeft de keuze van 11 leden der Directie
plaats. Op de Zondagen tusschen Nieuwjaar en Aschwoensdag vereenigen de leden
van de gezelschappen zich in het Paleis, nl. de zaal waar de zittingen gehouden
worden. De Presidenten vertegenwoordigen de Vorsten der dwaasheid, bij de
Jocussen “Jocus”, bij de Wannevleegers “Wannerius” geheeten en als zoodanig
voeren zij respectievelijk de titel “Vorst Joeccius XI” en “Vorst Wannerius
XI”.’ De keuze voor deze datum heeft vermoedelijk alles te maken met de traditie
uit Keulen, waar al sinds 1824 zittingen tijdens deze dag werden georganiseerd.
De haan
Na de diverse
activiteiten tijdens deze bijna 30-jarige periode van bloei, veranderde Jocus
in 1906 weer in een slapende vereniging om vervolgens in 1936 weer te ontwaken. Het was de periode na de wereldwijde
economische crisis en opnieuw voelde een groep Venlonaren duidelijk de behoefte
aan vermaak. Tevens werd toen op een Venlose zolder een oude opgezette haan gevonden.
De haan; het symbool van Jocus. De haan die kraaide om nieuw leven in de stad
te kraaien. Een aantal leden van Kegelclub De Batsers stonden aan de basis van
deze wederopstanding. Zij besloten om op 11 november
1935 een zitting te organiseren in Hotel Suisse op
de Vleesstraat. Speciaal voor deze dag schreven Lambert Winters en Harry
Verhagen een nieuw liedje: Elf van Elf. Een nummer dat tot de absolute
klassiekers van Venloos rijke liedjesverleden mag worden gezien en tijdens de
Vastelaovend van 1936 ook door de Venlose bevolking werd omarmd.
Zitting in Prins van Oranje
Vastelaovend was
terug in Venlo. De traditie van elf van elf was geboren. Zo plaatst de Venlose
Courant in 1937 een cartoon van de kopstukken van Jocus. ‘Ter veurbereiding van de nationale feesdaag van vandaag – de 11e
van den 11de – kwaam de Raod in geheim kabinet béjein. ’T
Rieks-embleem, d’n haan, woord met ’t nuëdige ceremonieel de môtte-bölkes oet
de vaere gepeuterd en op de lôch gezatte, um d’r vanaovund, zoë frisch meugelik
oet te zeen.’ Het feit dat deze zelfde krant melding maakte van een bomvol
Concertgebouw - Prins van Oranje – is het bewijs dat de zittingen van Jocus al
voor de Tweede Wereldoorlog een groot succes waren.
Na de Tweede Wereldoorlog
De oorlogsjaren
veranderden alles. Al in februari 1940 – drie maanden voor de Duitse inval in Nederland - vierde Venlo geen Vastelaovend. Bang dat de vijand zich
verkleed tussen het volk zou mengen om op die manier de stad binnen te dringen.
Al snel na de oorlog pakte het volk echter de draad van het gewone leven weer
op. Ook de Vastelaovend werd in 1946 weer gevierd. Vanzelfsprekend stonden ook
de activiteiten rondom elf november weer snel op de agenda. Het organiseren van
een zitting was echter niet het enige. Er gebeurde meer. Zo maakt Het Dagblad
voor Noord-Limburg in 1955 melding van een optocht door de stad. Een optocht op
11 november. ‘De Prins Zjaën I (Haffmans)
benutte de laatste uren van zijn bewind om een zegetocht door de straten van de
stad te maken, in alle pracht en praal…. Gisteravond dwarrelden de
herfstbladeren op de pronkwagen.” Later die avond werd de Prins Zjaën I tijdens de zitting opgenomen in de Prinsenhemel. Een plek waar zijn voorgangers
hem met zang en dans opwachten. Dit moment vormde het traditionele slotstuk van
de zittingen gedurende die periode. Tijdens deze avonden werd overigens ook een
inzamelingsactie voor de armen van de stad gehouden. In 1955 bedroeg de
opbrengst 160 gulden.
De zittingen op
of rond elf november bleven ook in de jaren 60 en 70 succesvol. De optocht die
een aantal jaren door de stad trok om de Prins afscheid van zijn volk te laten
nemen, verdween echter weer van het programma. Pas in 2006 kwamen daar definitief nieuwe buitenactiviteiten voor in de plaats. Buitenactiviteiten waarvan de basis liggen in 1980. Daarover morgen meer. In het derde
en laatste deel over de historie van de 11e van de 11e in
Venlo.
Bronnen: Archief
V.V.G Jocus
Stadsarchief Venlo
Leon Vrijdag, fotograaf
Rob Buchholz, journalist
Geen opmerkingen:
Een reactie posten