zondag 9 november 2014

Elf van Elf, sprik vanzelf – Deel 2 :De eerste Venlose activiteiten op deze historische dag


Na de uitleg over zowel het getal elf als over de datum elf november richt Venloos Verleden zich vandaag op de eigen stad en dan natuurlijk vooral op Venloos Vastelaoves Gezelschap Jocus; de vereniging die op 6 oktober 1842 werd opgericht. Want behalve het vieren van het feest zelf, moet er ook ooit een moment sprake zijn geweest dat de stad besloot om activiteiten op de 11e van 11e te organiseren. Over deze groei in de 19e en vroeg 20e eeuw vertellen en verbeelden wij in dit tweede deel.

Het verhaal over de oprichting van Jocus mag bekend zijn. Een aantal notabelen uit de stad was niet gelukkig met de sombere stemming die na de bezetting van 1836 tot 1839 door het Belgische Koninkrijk in Venlo heerste. Er was behoefte aan ontspanning en vertier. Bovendien zou 1843 een feestjaar zijn vanwege het 500-jarig stadsrecht. Het gezelschap kwam bij elkaar, richte de vereniging op en koos op die 6e oktober 1842 voor de naam Sociëteit Jocus Venlo.

19e eeuw
Al snel na de oprichting kwamen de activiteiten in 1845 van Jocus op een laag pitje te staan. Pas in 1876 leefde het gezelschap weer op. Elf jaar na deze heroprichting, in 1887, bracht Jocus in samenwerking met De Wannevleegers een speciaal boekje uit met de titel ‘De Officiële Gids der Carnavalsfeesten te Venloo.’ In deze uitgave wordt voor de eerste keer melding gemaakt van een bijeenkomst op 11 november. Letterlijk is hier te lezen: ‘Met Nieuwjaar begint de Vastenavond. Reeds den 11den der 11de Maand, 11 x 11 minuten voor 11 uur ’s avonds heeft de keuze van 11 leden der Directie plaats. Op de Zondagen tusschen Nieuwjaar en Aschwoensdag vereenigen de leden van de gezelschappen zich in het Paleis, nl. de zaal waar de zittingen gehouden worden. De Presidenten vertegenwoordigen de Vorsten der dwaasheid, bij de Jocussen “Jocus”, bij de Wannevleegers “Wannerius” geheeten en als zoodanig voeren zij respectievelijk de titel “Vorst Joeccius XI” en “Vorst Wannerius XI”.’ De keuze voor deze datum heeft vermoedelijk alles te maken met de traditie uit Keulen, waar al sinds 1824 zittingen tijdens deze dag werden georganiseerd.

De haan
Na de diverse activiteiten tijdens deze bijna 30-jarige periode van bloei, veranderde Jocus in 1906 weer in een slapende vereniging om vervolgens in 1936 weer te ontwaken. Het was de periode na de wereldwijde economische crisis en opnieuw voelde een groep Venlonaren duidelijk de behoefte aan vermaak. Tevens werd toen op een Venlose zolder een oude opgezette haan gevonden. De haan; het symbool van Jocus. De haan die kraaide om nieuw leven in de stad te kraaien. Een aantal leden van Kegelclub De Batsers stonden aan de basis van deze wederopstanding. Zij besloten om op 11 november 1935 een zitting te organiseren in Hotel Suisse op de Vleesstraat. Speciaal voor deze dag schreven Lambert Winters en Harry Verhagen een nieuw liedje: Elf van Elf. Een nummer dat tot de absolute klassiekers van Venloos rijke liedjesverleden mag worden gezien en tijdens de Vastelaovend van 1936 ook door de Venlose bevolking werd omarmd.


















Zitting in Prins van Oranje
Vastelaovend was terug in Venlo. De traditie van elf van elf was geboren. Zo plaatst de Venlose Courant in 1937 een cartoon van de kopstukken van Jocus. ‘Ter veurbereiding van de nationale feesdaag van vandaag – de 11e van den 11de – kwaam de Raod in geheim kabinet béjein. ’T Rieks-embleem, d’n haan, woord met ’t nuëdige ceremonieel de môtte-bölkes oet de vaere gepeuterd en op de lôch gezatte, um d’r vanaovund, zoë frisch meugelik oet te zeen.’ Het feit dat deze zelfde krant melding maakte van een bomvol Concertgebouw - Prins van Oranje – is het bewijs dat de zittingen van Jocus al voor de Tweede Wereldoorlog een groot succes waren.




Na de Tweede Wereldoorlog
De oorlogsjaren veranderden alles. Al in februari 1940 – drie maanden voor de Duitse inval in Nederland - vierde Venlo geen Vastelaovend. Bang dat de vijand zich verkleed tussen het volk zou mengen om op die manier de stad binnen te dringen. Al snel na de oorlog pakte het volk echter de draad van het gewone leven weer op. Ook de Vastelaovend werd in 1946 weer gevierd. Vanzelfsprekend stonden ook de activiteiten rondom elf november weer snel op de agenda. Het organiseren van een zitting was echter niet het enige. Er gebeurde meer. Zo maakt Het Dagblad voor Noord-Limburg in 1955 melding van een optocht door de stad. Een optocht op 11 november. ‘De Prins Zjaën I (Haffmans) benutte de laatste uren van zijn bewind om een zegetocht door de straten van de stad te maken, in alle pracht en praal…. Gisteravond dwarrelden de herfstbladeren op de pronkwagen.” Later die avond werd de Prins Zjaën I tijdens de zitting opgenomen in de Prinsenhemel. Een plek waar zijn voorgangers hem met zang en dans opwachten. Dit moment vormde het traditionele slotstuk van de zittingen gedurende die periode. Tijdens deze avonden werd overigens ook een inzamelingsactie voor de armen van de stad gehouden. In 1955 bedroeg de opbrengst 160 gulden.

De zittingen op of rond elf november bleven ook in de jaren 60 en 70 succesvol. De optocht die een aantal jaren door de stad trok om de Prins afscheid van zijn volk te laten nemen, verdween echter weer van het programma. Pas in 2006 kwamen daar definitief nieuwe buitenactiviteiten voor in de plaats. Buitenactiviteiten waarvan de basis liggen in 1980. Daarover morgen meer. In het derde en laatste deel over de historie van de 11e van de 11e in Venlo.

Bronnen: Archief V.V.G Jocus
                Stadsarchief Venlo

Leon Vrijdag, fotograaf
Rob Buchholz, journalist



Geen opmerkingen:

Een reactie posten